Om opgenomen te worden in één van de internaten van Fundashon Guia Eduka i Forma(FGEF) wordt steeds nagegaan of de plaatsing aan het doel en de mogelijkheden van de stichting voldoet en in het belang is van de jeugdige. Door het bieden van de nodige opvang, zorg en begeleiding wordt er getracht de jeugdigen tot zelfredzame personen te vormen, zodat zij na een bepaalde periode terug kunnen keren naar hun eigen leefmilieu.
Plaatsing
Plaatsende Instanties
- P.S.I. Skuchami
- Voogdijraad
- Stichting Gezinsvoogdij instelling
- Voogdij instelling van Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN)
- (In geval van een spoedplaatsing) Zedenpolitie, Voogdijraad of slachtofferhulp
Indicaties
- De opvoedingsstijl van de opvoeder is inadequaat
- De opvoeder-kind relatie is verstoord
- Er is sprake van kindermishandeling (fysiek, emotioneel, verwaarlozing of seksueel misbruik)…
- Er is sprake van slechte maatschappelijke omstandigheden die een bedreiging vormen voor de jeugdige (o.a. werkfinanciële of huisvestingsproblemen)
- Er is sprake van ziekte (fysiek of geestelijk) van de opvoeder(s)
- Er is sprake van overlijden van de opvoeder(s)
- Naschoolse en avondopvang ontbreekt voor jeugdige
- Het schoolverzuim is zeer groot
- Er is sprake van psychosociale problematiek (emotionele problemen,
gedragsproblemen of sociale problemen)
Plaatsingsbeleid
Het plaatsingsbeleid wordt verder uitgewerkt in de onderstaande fasen:
- Plaatsingsprocedure
- Intake
- Observatieperiode
- Begeleiding
- Afbouw en beëindiging
- Nazorg
Plaatsings Procedure
- Verzoek tot plaatsing vanuit de plaatsende instantie middels het (digitaal)
aanmeldformulier en een plaatsing rapport. - Dit aanmeldformulier en het rapport komen centraal binnen bij Algemeen Directeur van Fundashon Guia, Eduká i Forma (bbo@fgef.org).
Plaatsingsaanvragen worden intern besproken met de algemeen directeur,
de maatschappelijk werkers en de vestiging coördinator.
Indien alle relevante informatie voor handen ligt, wordt een jeugdige aangenomen of afgewezen op basis van de opnamecriteria en de opname vereisten.
De plaatsende instantie wordt hiervan op de hoogte gesteld en er wordt een intakegesprek gepland door de maatschappelijk werker
- De plaatsende instantie dient een beschikking (in geval van OTS en
uithuisplaatsing) of een toestemmingsformulier ondertekend door
ouders/opvoeders (in geval van vrijwillige plaatsing) of een toestemmingsformulier
onder-tekend door ouders/opvoeders (in geval van vrijwillige plaatsing) te
overhandigen voor de aanvraag van plaatsing. - Fundashon Guia Eduká i Forma kan er voor kiezen om een jeugdige
voorwaardelijk te plaatsen (met duidelijke afspraken) indien er onduidelijkheid is
over de problematiek van de jeugdige.
De plaatsingsprocedure van jeugdigen afkomstig uit overige Caribische eilanden verloopt als volgt:
- Verzoek tot plaatsing vanuit de plaatsende instantie middels het (digitaal)
aanmeldformulier.
Dit aanmeldformulier en het rapport komen centraal binnen bij de Algemeen
Directeur va de Fundashon Guia Eduká i Forma (bbo@fgef.org). Vervolgens zal er telefonisch contact plaatsvinden na aanleiding van het rapport alvorens er een beslissing genomen wordt.
- De plaatsende instantie dient een beschikking te overhandigen voordat er een
intake kan plaatsvinden. De jeugdige moet een gezinvoogd op Curaçao hebben
(voordat er een intake kan plaatsvinden) om te voorkomen dat er een
gezagsvacuüm ontstaat. - Plaatsingsaanvragen worden intern besproken.
Indien alle relevante informatie voor handen ligt, wordt een jeugdige
aangenomen of afgewezen op basis van de opnamecriteria en de opname
vereisten. De plaatsende instantie wordt hiervan op de hoogte gesteld en er
wordt een intakegesprek gepland door de maatschappelijk werker. - Fundashon Guia Eduká i Forma kan er voor kiezen om een jeugdige voorwaardelijk te plaatsen(met duidelijke afspraken) indien er onduidelijkheid is over de problematiek van de jeugdige
Spoed plaatsing
- Telefonisch verzoek tot plaatsing vanuit de plaatsende instantie bij
de Algemeen Directeur (599-95175477). - Er wordt mondelinge informatie gegeven conform de punten in het aanmeldingsformulier crisisplaatsing omtrent de probleemsituatie
van de jeugdige. - De Algemeen Directeur neemt direct contact op met de desbetreffende
internaat en er worden afspraken gemaakt met betrekking tot de spoedplaatsing. - Bij aankomst van de jeugdige op het desbetreffende internaat, zal degene die
de jeugdige brengt het crisisopvangformulier ondertekenen waarop de
noodzakelijke informatie vermeldt staat. - De daaropvolgende ochtend zal er worden overlegd met de algemeen directeur of er wordt overgegaan tot een reguliere plaatsing. (zie normale plaatsingsprocedure). Indien dit het geval is,dient de plaatsende instantie binnen vijf dagen een aanmeldformulier, een plaatsingrapport en een beschikking of een toestemmingsformulier ondertekend door ouders/opvoeders(in geval van vrijwillige plaatsing)te overhandigen aan de maatschappelijk werker van het desbetreffende internaat.
Intake
- Na de aanname vindt er een intakegesprek plaats met de betrokkenen
(maatschappelijk werker, eventueel vestiging coördinator, hoofdleidster,
casemanager/gezinsvoogd, opvoeders en jeugdige indien ouder dan 12 jaar)
om een beeld te krijgen van de situatie. - De aspecten van kennismaking, voorlichting en overleg komen ter sprake.
Informatie omtrent de hulp die de jeugdige nodig heeft en wat de verwachtingen zijn, worden besproken.
Bij Huize Rose Pelletier vindt er een kennismakingsgesprek plaats met de jeugdige voordat er wordt overgegaan tot een intake. Er wordt bij de opname per jeugdige een indicatiestelling onderzocht.
De verblijf behoeften evenals de leerdoelen/begeleidingsdoelen worden geformuleerd en verwerkt in een begeleidingsplan door de maatschappelijk werker.
Er vindt een psychologisch en/of psychodiagnostisch onderzoek door een psycholoog plaats indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Er worden afspraken gemaakt met betrekking tot het weekendadres en de datum van de plaatsing. Opvoeders krijgen een lijst van benodigheden voor de jeugdigen.
Ook dient er een medische keuring plaats te vinden om uit te sluiten dat er sprake is van een chronische, besmettelijke, – of seksueel overdraagbare ziekte.
Documenten die de jeugdige op de dag van plaatsing bij zich dient te hebben zijn:
- Geldig identiteitsbewijs (indien ouder dan 12)
- Pasfoto
- Geldige ziektekosten/verzekeringspapieren (SVB kaart of andere)
- Kopie van trouwboek/ familieboek
- Kopie van sedula van ouders/verzorgers
- Geboorteakte
- Bewijs van inschrijving/Uitreksel van bevolkingsregister
- Verblijfvergunning (voor in het buitenland geborenen)
- Schoolrapporten en schoolverslag (m.b.t. prestatie en gedrag) (ingeval
van een spoedplaatsing, binnen een week van aanvang plaatsing) - Inentingskaart
- Uitslag van medische keuring (in geval van een spoedplaatsing,
uiterlijk de eerstvolgende werkdag na aanvang) - Boekje van consultatiebureau (in geval van plaatsing bij Kas Bruder Pius)
Observatie periode
Eenmaal op de afdeling krijgt de jeugdige een mentor toegewezen
die de ontwikkeling van de jeugdige volgt en observeert terwijl
de maatschappelijk werker zicht krijgt op de thuissituatie.
De observatieperiode (die bij Huize St Jozef 3 maanden duurt en bij
de overige internaten 6 weken) is bestemd om zicht te krijgen op
de algemene, sociale en emotionele ontwikkeling van de jeugdige.
Begeleiding
Binnen de internaten wordt er gewerkt volgens de drie verschillende fasen met
uitzondering van Kas Bruder Pius.
De internaat werkt met vijf fasen(kennismaking en gewenning, Prenatale zorg,
Postnatale zorg, Schoolcarrière hervatten, Terugplaatsing), omdat de doelgroep
bestaat uit zwanger meisjes en tienermoeders.
De mentor werkt op een competentiegerichte manier met de jeugdige aan de
verblijfsbehoeften en de leerdoelen (zoals omschreven in een begeleidingsplan).
Per vier maanden vindt er een evaluatiegesprek plaats tussen
de betrokkenen.
Het begeleidingsplan wordt geëvalueerd en aangepast indien nodig, de doelen
worden bijgesteld. Voorafgaand de evaluatie wordt er een evaluatieverslag
opgesteld.
Het realiseren van individuele leerdoelen en werkpunten gebeurt middels individuele
en groepsgerichte begeleiding.
Het persoonlijk begeleidingsprogramma draagt zorg voor het bevorderen van de
sociaalemotionele ontwikkeling van de jeugdigen, zodat zij kunnen groeien naar
zelfstandige individuen, die de samenleving met zelfvertrouwen en respect tegemoet
kunnen treden.
Het begeleidingsprogramma wordt opgesteld en uitgevoerd onder leiding van de
manager jeugdzorg (orthopedagoog).
De hulpinstantie die betrokken is geweest bij de plaatsing van de jongere, alsmede
de ouders/verzorgsters, worden nauw bij het programma betrokken.
Naast het begeleidingsprogramma dient het vormingsprogramma ( theoretische en praktische vaardigheden, bezoeken van instanties, informatie over verschillende onderwerpen, recreatie, handenarbeid en cursussen) voor het bevorderen van de sosio-emotionele ontwikkeling en het aanleren van praktische en sociale vaardigheden. Dit programma, onder leiding van het pedagogisch team, wordt volledig afgestemd op het ontwikkelingsniveau en de persoonlijkheid van de jeugdige. Tevens wordt aandacht besteed aan de spirituele vorming.
De uitvoering vindt plaats door middel van:
- Persoonlijke begeleidingsgesprekken van de jeugdige met een mentor (1x per week), de jeugdige met een maatschappelijk werker (1x per maand) en de jeugdige met de plaatsende instanties (1x per maand).
- Gebruik van beloningssystemen
- Huisbezoeken door maatschappelijk werker (1-3 per maand).
- Schoolbezoeken door maatschappelijk werker (1x per maand).
- Het geven van psycho-educatie aan ouders.
- Het begeleiden van de jeugdige naar diverse instanties, zoals medische instellingen, rechtszittingen, politiebureau (1x per maand).
- Evaluatie van het begeleidingsplan met zorgteamleden (1x per week).
- Evaluatie van het begeleidingsplan en de ontwikkeling van de jeugdige door de maatschappleijk werker en de manager jeugdzorg (1x per week).
- Evaluatie van het begeleidingsplan met plaatsende instanties door maatschappelijk werker (3x per jaar.
- Doelrealisatie bij beëindiging van plaatsing.
- Na zorg: begeleiding in thuissituatie bij terugplaatsing of in project begeleid zelfstanding wonen, door maatschappelijk werker (1x per maand, duur afhankelijk van behoefte, maximaal 1 jaar)
De uitvoering van het vormingsprogramma vindt plaats door zorgteamleden (directe begeleiding van en zorg voor de jeugdigen), de maatschappelijk werker, de manager jeugdzorg en externe professionals, door middel van:
Een maandprogramma waarin de volgende activiteiten (gedurende de hele week, 1-3x per dag) aangeboden worden:
- Educatieve en informatieve lezingen en films
- Psycho-educatie
- Groepsgesprekken
- Individuele- en groepsgerichte begeleiding
- Agressie Regulatie Training (ART)
- Zelfbeeld en gevoel van eigenwaarde stimuleren
- Vergroten van de competenties en vaardigheden volgens de ontwikkelingstaken passend bij de leeftijd.
- Uitstapjes naar educatieve, culturele en sociale activiteiten.
- Toneel, spreken in het openbaar, dans en muziek, sport en spel.
- Spirituele vorming
- Kook-, naai- en handvaardigheidlessen.
- Sociale vaardigheidstrainingen
- Training “ positief zelfbeeld”
- “Early Stimulation”
- “Balki di Tempu”
Thema- activiteiten (elke activiteit 1x per jaar)
- Moederdagviering
- Carnavalsactiviteiten
- Viering Kerstmis en Pasen
- Culturele week
- Vakantieplan
- Back to school
Er wordt veel aandacht besteed aan ouderparticipatie. Het stimuleren en intensiveren van ouderparticipatie moet leiden tot inzicht van de ouders/opvoeders in de mogelijkheden en beperkingen/ probleemgedrag van hun kinderen. Opvoeders leren om op een pedagogische manier om te gaan met hun kinderen in de thuissituatie om toekomstige problemen of escalaties/ uithuisplaatsingen te voorkomen. De begeleiding aan de jeugdige levert de beste resultaten op, als er sprake is van betrokkenheid en actieve participatie van de opvoeders, met betrekking tot de opvoeding/ begeleiding van het kind en de verbetering van de thuissituatie.
De uitvoering van de ouderparticipatie vindt plaats door middel van:
- Actieve participatie van de ouder tijdens het intakegesprek (1-2x per opname) en evaluatiemomenten (3x per jaar).
- Huisbezoeken door maatschappelijk Werker (1-3x per maand).
- Begeleidingsgesprekken door Maatschappelijk Werker, met ouder en pupil (1x per maand).
- Informatieve avonden (3-4x per jaar).
- Cursus en workshop voor ouders en tienervaders (1-3x per jaar).
- Sociale evenementen (2-4x per jaar).
- Telefonisch contact met ouders (1x per week).
- Gesuperviseerde bezoekregeling (2-4x per maand).
Indien de begeleiding (wegens complexiteit van de problematiek) onvoldoende toereikend is, wordt er aanvullende psychische of psychiatrische hulp aangevraagd. Om een betere begeleiding voor de jeugdigen te kunnen garanderen, is het van belang om goede contacten te onderhouden en te handhaven met de instellingen die betrokken zijn bij de geplaatste jeugdigen. Aangezien Fundashon Guia Eduka i Forma er altijd naar streeft om de jeugdigen terug te plaatsen in hun thuissituatie, is het contact met de ouders en opvoeders van essentieel belang.
Afbouw en beeindiging
Indien de hulpvraag niet meer bestaat, gewijzigd is of de jeugdige niet langer voldoet aan de criteria, wordt overgegaan tot beëindiging van het verblijf. Er worden afspraken gemaakt m.b.t. nazorg. Indien er sprake is van een escalatie (of een onhoudbare situatie wegens het gedrag van een jeugdige), kan het verblijf vroegtijdig worden beëindigd. Wanneer een jeugdige het internaat verlaat en de betrokkenen onzeker zijn over de situatie, kan er worden gekozen voor een proef terugplaatsingen. De jeugdige verlaat het internaat, maar zijn/haar plek blijf beschikbaar voor een bepaalde periode gedurende nazorg.
Indien nodig kan er een beroep worden gedaan op het internaat. De maatschappelijk werker stelt een eindverslag op waarin alle opgestelde begeleidingsdoelen worden geëvalueerd en afspraken worden vastgelegd.
Nazorg
Er wordt nazorg geboden voor een periode van 6 maanden tot een jaar (in overleg met de plaatsende instanties) wanneer de jeugdige in zijn/haar eigen milieu teruggeplaatst wordt, in een pleeggezin geplaatst wordt of zelfstandig gaat wonen. De contacten tussen de maatschappelijk werker, de jeugdigen en hun opvoeders duren voort gedurende de nazorgperiode. Na afloop van de nazorg, wordt het contact beëindigd.